Zes jaar geleden betrok de Soedanese Mhasin Awadalla met haar drie zoons hun nieuwe huis in Meijel. De drie jongens spreken inmiddels accentloos Nederlands. Hun moeder helpt samen met Vorkmeer regelmatig andere vluchtelingen. Dorpsgenoot Ton Ghielen kent hun al vanaf het begin. “Dit is een voorbeeldgezin.”
De familie Awadalla
“Het gaat goed”, zegt Mhasin (47) als je vraagt hoe ze er met het gezin voorstaan. Na zes jaar in Nederland maakt ze nog steeds de vergelijking met waar ze vandaan komen: de burgeroorlog in Soedan, weggevlucht naar Egypte en een jarenlang verblijf in een karig appartement, midden in een vluchteling-vijandige buitenwereld. Ja, en dan voelt Meijel goed: “We zijn veilig en dit huis is veel beter dan in Egypte. De kinderen gaan naar een goede school. En ik praat beter Nederlands.”
Voor haar drie zoons Mutaz (13), Maher (15) en Mohamed (18) is de nieuwe taal inmiddels geen probleem meer. De jongste staat op de drempel van het voorgezet onderwijs, Maher zit in de derde van het Bouwens. Oudste zoon Mohamed gaat naar Gilde Opleidingen in Roermond en heeft pas nog stage gelopen bij Peelpaviljoen Onze Stek.
Niet stilzitten
Mhasin zelf wil ook verder met haar leven. Ze zou graag in de zorg willen werken, maar vanwege de nasleep van een schouderoperatie anderhalf jaar geleden moet een opleiding nog wachten. Maar stil zitten is er niet bij. Een paar jaar geleden heeft ze haar zwemdiploma gehaald. Tweemaal per week doet ze in de kantine van de sporthal vrijwilligers-werk (opruimen, schoonmaken) voor Peelpush. Welzijnsorganisatie Vorkmeer vraagt haar regelmatig voor bemiddeling of tolken bij andere vluchtelingen. En nog steeds komt taalmaatje Marian elke maandag om verder te oefenen met Nederlands. Daarnaast werkt ze samen met haar Indonesische vriendin Dewi aan verdere verbetering van haar Nederlands.
Bang is ze niet om Nederlands te spreken. Twee jaar geleden heeft ze in de klas van Mutaz een presentatie gehouden over Soedan. “Zónder van papier voor te lezen, ik had het goed voorbereid.” Toch is er nog genoeg ruimte voor verbetering. Maar omdat ze geen werk heeft ontbreekt het nog aan voldoende dagelijkse praktijkervaring, aan de gewone, dagelijkse gesprekjes met Nederlanders.
Tachtigjarige Oorlog
Na zes jaar weet Mhasin wel al aardig wat over haar nieuwe land. Ze schudt moeiteloos begrippen uit haar mouw als de watersnoodramp van 1953 en de Tachtigjarige Oorlog. Maar ook woorden uit de dagelijkse actualiteit, zoals Tweede Kamer en Kabinet komen voorbij. “Ik vind het ook belangrijk om het onderwijssysteem te kennen.”
Buurvrouw
Met dank aan haar 85-jarige buurvrouw Nina heeft ze ook een heuse hobby gevonden in tuinieren. Zij was het die haar de fijne kneepjes van het (moes)tuinieren bijbracht. “Ik wist niets van planten of tuinieren”, vertelt Mhasin. “Maar met haar hulp heb ik nu aardbeien, komkommers, tomaten, paprika’s en sla in de tuin.” Ze heeft er duidelijk schik in, want de hele tuin ligt er piekfijn bij. Af en toe boodschappen doen voor hun hoogbejaarde buurvrouw is voor de kinderen dan ook een vanzelfsprekende wederdienst. Maher: “Ze wilde ons eerst daarvoor betalen, maar ik zei: nee, want jij bent mijn oma.” Een paar weken geleden bracht ‘oma’ Mhasin nog een taart voor Moederdag.
Voetbalclub
Van de drie kinderen is Maher de meest spraakzame. Hij weet nog goed hoe ze zich in Egypte opgesloten voelden in hun appartement, vanwege de vijandigheid van de lokale bevolking tegenover Soedanese vluchtelingen. “We zaten daar heel vaak binnen en konden alleen maar tv kijken. Hier kunnen we gelukkig gewoon naar buiten, dingen doen.” Hij en Mutaz voetballen inmiddels al jaren bij RKMSV en hun broer Mohamed doet in Panningen aan kickboksen. Maher en Mohammed verdienen ook wat bij als vakkenvuller bij de Jumbo.
Kinderen opvoeden
Mhasin heeft duidelijke ideeën over de opvoeding van haar zoons, ziet Ton Ghielen. Ze komt sinds het begin regelmatig bij de familie over de vloer. “Ze moeten op tijd naar bed en geen telefoon mee, samen eten aan tafel, dat soort dingen.” Mhasin: “Ik vind het ook belangrijk dat mijn kinderen zich veilig en vrij voelen om dingen tegen mij te zeggen. Als ze van school terugkomen vraag ik altijd: hoe was het, is er nog wat gebeurd?” Ton, die ook tal van andere vluchtelinggezinnen begeleidde, is vol lof over de familie: “Ik vind het een voorbeeldgezin. Het is ook het enige gezin waar ik al die tijd ben blijven komen.”
Meijel
Ondertussen zien moeder en zoons dat de burgeroorlog in Soedan, een van de meest dodelijke conflicten in de wereld, telkens weer oplaait. Een deel van haar familie woont nog in moeilijke omstandigheden in Soedan, een ander deel in Egypte. Contact verloopt vaak moeizaam. “Ik hoop dat ik hun ooit weer zie, maar dat wordt lastig. Ik heb ook heimwee.”
Maar haar toekomst ligt in Meijel en daar heeft ze vrede mee: “Bijna iedereen is aardig en ik ken al veel mensen. Meijel voelt goed.”



Er zijn nog geen reacties geplaatst