Site pictogram Meijel24

Lekker de fiets op | door Ger Theeuwen

Wavebreakmedia – depositphotos.com

Wat is het met goed weer toch lekker om een eindje te gaan fietsen. Veel ouderen gaan met mooi weer de fiets op om lekker te ontspannen en van de natuur te genieten. De meeste ouderen hebben een fiets met ondersteuning, oftewel een elektrische fiets. Met zo’n fiets is het voor de meesten geen enkel probleem om een paar keer per week een fietstocht van pakweg 30 kilometer te maken. Het is ook heel erg belangrijk voor de gezondheid. Het versterkt je spieren, het is goed voor de conditie en de doorstroming van het bloed in je lichaam en het is goed voor je hart.

Lekker de fiets op

Maar met de vergrijzing (wat een lelijk woord trouwens) neemt het aantal oudere mensen met een zogenaamde E-bike de laatste jaren flink toe, maar met die toename neemt ook het aantal ernstige ongelukken van ouderen met een E-bike toe. Het gebruik van een fietshelm, je ziet ze ook al steeds meer, kan al heel veel ernstig letsel voorkomen. Een spiegel op de fiets is niet verplicht maar wel heel erg handig.

Als je de weg opgaat is het best wel verstandig om eens op je eigen gedrag en gewoontes te letten. Fiets bijvoorbeeld niet sneller dan dat de situatie toelaat en ook niet sneller dan op bepaalde wegen gebruikelijk is, bijvoorbeeld in een woonerf niet sneller dan 15 kilometer per uur, maar een fietspad is ook beslist geen wielerbaan. Dwing je recht niet af als dat gevaar oplevert. Hou ook rekening met andere weggebruikers en maak als het mogelijk is oogcontact, en steek je arm uit, laat zien waar je naar toe wilt. Bel ook even als je iemand gaat passeren. Hou bij vrachtwagens rekening met de “dode” hoek, stop liever achter een vrachtwagen dan er langs. Ben extra alert als je op het fietspad groepen fietsers of wielrenners tegenkomt want vaak levert dat erg gevaarlijke situaties op. Het is niet mijn bedoeling om hier groepen of enkelingen de les te lezen maar het is in beider belang om goed op te letten en goed uit te kijken.

Welke rechten en plichten heb je als fietser?
De belangrijkste heb ik op een rijtje gezet: Fietsers mogen met z’n tweeën langs elkaar rijden, maar in veel gevallen is het verstandiger om dat niet te doen en in plaats daarvan netjes achter elkaar te gaan rijden. Fietsers moeten net als andere bestuurders zoveel mogelijk rechts houden, dat betekent niet dat je uiterst rechts moet gaan rijden om bijvoorbeeld een auto te laten passeren want de rand van de weg is meestal erg gevaarlijk. En het betekent ook niet dat je vlak langs geparkeerde auto’s moet rijden. Fietsers hoeven niet verplicht gebruik te maken van een fietsstrook. Wel moet je rechts houden en in de praktijk betekent dat meestal rijden op de fietsstrook. En je mag naast elkaar rijden met een fietser op de fietsstrook en de andere op de rijbaan, maar of dat wel zo verstandig is hangt van de situatie af.

Wat zegt de wegenverkeerswet over fietsers?
Wederom de belangrijkste op een rijtje: Het is eenieder (dus ook fietsers) verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt (of kan worden) veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt (of kan worden) gehinderd. Dit is een regel die ruim kan worden geïnterpreteerd, dus je gewoon netjes gedragen in het verkeer is het verstandigst. Als je in botsing komt met een auto, dan kun je een beroep doen op artikel 185 van de Wegenverkeerswet. Dit artikel bepaalt dat de bestuurder van een motorvoertuig deels aansprakelijk is voor de gevolgen van een ongeluk met een voetganger of fietser, tenzij er sprake was van overmacht.

Uit de praktijk blijkt dat het voor automobilisten moeilijk is die overmacht hard te maken. De automobilist is bijna altijd voor ten minste vijftig procent aansprakelijk voor de schade aan fietser en fiets. Als er kinderen onder de veertien jaar bij betrokken zijn zelfs voor honderd procent. Sommige mensen vinden dat fietsers en voetgangers door deze regel bewust extra risico’s nemen. Dat is natuurlijk onzin. Geen enkele fietser of voetganger wil in een rolstoel belanden, ook al wordt die vergoed door de verzekering.

In de regeling voertuigen staan alle eisen waaraan een fiets moet voldoen. De belangrijkste permanente eisen zijn: Een goed werkende bel, (ook voor wielrenners). Een goed werkende rem. Een rode reflector, die is voorzien van een goedkeuringsmerk. Deze reflector moet zijn aangebracht tussen de bagagedrager en het spatbord op een hoogte van 35 centimeter tot 90 centimeter boven het wegdek. Ontbreekt het spatbord dan mag de reflector ook onder het zadel gemonteerd worden. Witte of gele reflectoren aan de wielen. De witte of gele reflectoren moeten aan beide kanten van het wiel zo dicht mogelijk bij de velg zijn gemonteerd. De meeste fietsbanden hebben een reflectiestreep op de band, waardoor de fietser in het donker ook goed zichtbaar is. De kwaliteit hiervan is niet altijd even goed en gaat tijdens het gebruik achteruit. Vier ambergele of gele reflectoren aan de trappers. De verplichting om een helderwit of reflecterend geel achterspatbord te hebben is vervallen. Maar voor extra zichtbaarheid kan zo’n spatbord natuurlijk geen kwaad. Evenals een witte voorreflector of reflecterende elementen op de kleding.

Fietsen die bij nacht gebruikt worden moeten voorzien zijn van: Een helderrood stralend duidelijk zichtbaar achterlicht. Aangebracht aan de achterkant van de fiets, tussen 25 en 120 centimeter boven het wegdek. Een voor het tegemoetkomende verkeer duidelijk zichtbaar helder wit of geel stralend voorlicht. De verlichting hoeft niet op de fiets vast te zitten, maar mag ook vastzitten op de romp van de fietser.

Ik wens jullie allemaal heel veel en vooral veilige kilometers toe.

Ger Theeuwen

Mobiele versie afsluiten