Waarschijnlijk volgen er over enige tijd ook nog verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer, die als er niet iets geks gebeurt, minstens hetzelfde opzienbarende resultaat zullen opleveren. Ondertussen staan de media vol over het falen van lijsttrekkers en vooral over het fenomeen Caroline van der Plas, dat met alle tot dusver geldende wetmatigheden heeft gespot.
De discussie vanuit het kabinet richt zich nu vooral op hun idee, dat men in de afgelopen jaren wel degelijk, op enkele grote blunders na, toch goed gepresteerd heeft en hoe men dat het volk duidelijk kan maken. Het lijkt er op dat de kiezer, in voetbaltermen, de politiek een rode kaart heeft uitgedeeld. Heeft de politiek nog wel in de gaten wat er echt in Nederland gebeurt? Nieuwe wetjes snel door de kamer jagen omdat er straks geen meerderheid meer voor is. Dat moet de kiezer leuk vinden en hem het vertrouwen in de politiek teruggeven. De klimaatdoelstellingen, grotendeels door Brussel opgelegd, zullen ongetwijfeld nog hele zware discussies opleveren.
Na de statenverkiezingen, een nederlaag voor VVD, CDA, D66 en Christen Unie, staat met name de stikstofaanpak ter discussie. D66 wil de uitstoot gehalveerd zien in 2030, zoals in het regeerakkoord staat. Maar het CDA wil daar “over een paar maanden” over heronderhandelen, een unieke parlementaire situatie. Ik vraag me af of ze daar wel uit gaan komen.
Het gevoel van veiligheid is volkomen weg. Steek- en schietpartijen behoren inmiddels tot de orde van de dag. Veel gezwets over blauw op straat, maar stel dat ze er zouden zijn, wie zou er dan respect voor hebben? De eerste stap, naar mijn mening, zou moeten zijn dat de regering de gezagdragers gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. Dat gebeurt niet met kreten als “waar jij voor staat, is nodig op straat”. Men kan nergens voor staan, want gezag heeft de politie inmiddels allang niet meer. De politie moet zijn eigen broek ophouden en krijgt taakstellend de opdracht om voor miljarden aan bekeuringen uit te schrijven.
Mislukt beleid in de gezondheidszorg, waar iedereen veel geld verdient, behalve de medewerkers op de werkvloer. Hetzelfde geldt voor het onderwijs. De mensen die nog proberen de zaak draaiende te houden worden van dag tot dag beziggehouden met de ene verandering na de andere.
Het mag best vreemd worden gevonden dat de VVD nog overeind blijft, want die club heeft maar weinig gepresteerd om trots op te zijn. Het gaat er dus niet om of Caroline van der Plas het beter doet dan de bestaande partijen, maar meer of men in algemene termen meer vertrouwen heeft dat Caroline van der Plas de “moeilijke onderwerpen” in de samenleving onverbloemd durft te benoemen en ze wellicht ook nog aan wil pakken. Omdat iedereen weet dat niet alle problemen direct kunnen worden opgelost, is het ook onverstandig om Caroline van der Plas aan te pakken op het ontbreken van financiële onderbouwing, dan wel de plannen van aanpak. Zij is immers nog geen onderdeel van de politieke gevestigde orde en is dus ook niet aanspreekbaar in relatie tot het falen ervan. Haar gedachten zijn echter niet nieuw en werden al een tijd geleden door haar gepubliceerd. Daarom spreekt zei aan en nergens anders om. Deze column gaat niet over het voor of tegen Caroline van der Plas, maar over het verlangen naar duidelijkheid in de politiek en de wens om knelpunten op te lossen. Dat zouden de “oude” partijen ook eens moeten doen.
Ger Theeuwen.