Door: Ger Theeuwen
Met de auto volgeladen tuffen we tussen al die andere Nederlanders op weg naar onze vakantiebestemming. Wie had dat gedacht, we horen er nu gewoon bij. Net als de rest die braaf in colonne over de autowegen naar het zuiden afreist. Hoewel wij wel opvallen zo zonder caravan of dakkoffer en zonder wc rollen op de hoedenplank. Bij ons past alles gewoon in de achterbak van onze eigenlijk veel te grote auto. Wat nemen die andere mensen dan toch in godsnaam allemaal mee? Zij wij dan heel veel vergeten?
Het begint te regenen, eerst zachtjes maar al snel valt het met bakken uit de hemel. Het autorijden is nu geen pretje meer, het is echt goed opletten en alert zijn. Maar we doen het allemaal voor de kinderen, zeggen we maar weer een keer tegen elkaar. Want als zij lol hebben, hebben wij ook automatisch een leuke vakantie. We rijden hoopvol verder, de horde achterna. Het stopt met regenen en de zon laat zich weer zien.
Eenmaal op onze bestemming spelen de kinderen samen lekker buiten voor de tent en ze scharrelen wat rond op het veld. Nu kunnen wij rustig de spullen uitpakken, dat zijn er nog al wat met twee kleine kinderen. Zo tegen de avond slaat het prima vakantieweer om, het begint weer te regenen. De oudste is misselijk geworden en moet overgeven. De hele nacht ligt ze te huilen en te hoesten, terwijl het buiten blijft stortregenen. Als we s’morgens de tent openritsen, lijkt het net of we midden in een moeras vertoeven. Het is een grote modderpoel en het regent nog steeds. De oudste is intussen flink ziek geworden. Het weer knapt wel wat op maar warm is het nog niet.
Na weer een slapeloze nacht met een hoestend kind in een koude, vochtige tent, hebben we al onze spullen lukraak in de achterbak gegooid en plankgas zijn we in een ruk naar huis gereden. Onze jongste was blij om de buurkinderen weer te zien en de oudste kon goed uitzieken in ons eigen huis. De tent staat nog te drogen in onze tuin.
In de tweede vakantieweek ziet de weersvoorspelling voor Texel er best aardig uit. We geven het nog een kans en gaan naar een camping op Texel waar nog een plekje vrij is voor onze tent. Weer de hele boel in de auto laden en op pad. De oversteek met de boot is voor de kinderen al een hele beleving. De camping voldoet helemaal aan onze verwachting, het weer is goed en de kinderen vermaken zich prima.
Ondertussen zitten mijn vrouw en ik voor de tent naar onze Brabantse buurman en zijn gezin te luisteren. We hebben ze nog nooit gezien maar inmiddels weten we alles over ze. Vader is de hele dag boos. Als de kids hun eten niet opeten dreigt hij dat hij het eten in een kartonnen doos naar de arme kinderen in Afrika zal sturen. En als ze het over vijf minuten niet op hebben moeten ze naar bed. Pfffffff doodvermoeiend die man.
De laatste dag op de camping moeten we om tien uur s’morgens weg zijn. Dus moeten we vroeg opstaan ontbijten en de tent afbreken. Alles moet weer in de auto gepropt worden, het lijkt nu meer dan toen we kwamen. Na een voorspoedige thuisreis moet alles weer uitgeladen worden. De tent moet weer in de tuin worden opgezet om goed te laten drogen alvorens deze tot de volgende vakantie op zolder gelegd moet worden. Al de andere spullen moeten schoongemaakt en/of gewassen en opgeborgen worden.
Als alles opgeruimd is gaan mijn vrouw en ik moe maar voldaan op ons terras zitten met een goed glas wijn, de kinderen zitten te gamen, we horen ze nauwelijks. De laatste week van onze vakantie brengen we lekker thuis door. Hier hebben we alles bij de hand, heerlijk toch?
Deze column is echt niet bedoeld om de fervente vakantiegangers te ontmoedigen. Iedereen moet lekker doen wat hij of zij zelf wil, dus ook op vakantie gaan. Ik wens iedereen een fijne vakantie toe, waar je ook heen gaat.