Maar liefst 78 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog gebeuren er nog steeds kleine en zelfs ontroerende ‘wonderen’. Zoals deze week in Hasselt (B) bij de officiële overdracht van de persoonlijke bezittingen van een van de vele slachtoffers van de concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog. De ontknoping van het tragische ‘cold case’-verhaal over Paul van Grimbergen.
Paul van Grimbergen
Ospelse roots
Meijelnaar Paul van Grimbergen werd in 1920 geboren als zoon van een Nederweerter vader en een Meijelse moeder. De Van Grimbergens waren een Ospelse turfstekersfamilie, allen nazaten van Peter van Grimbergen (Véssers Piet) uit de Moost. In de Tweede Wereldoorlog was Paul werkzaam als politieman in Den Haag. Op 16 september 1944 werd hij daar gearresteerd door de Gestapo omdat hij bij een transport van gevangen genomen onderduikers er een paar opzettelijk had laten ontsnappen. Na een kort verblijf in Kamp Amersfoort werd hij als politieke gevangene gedeporteerd naar het beruchte concentratiekamp Neugengamme in de buurt van Hamburg. Daar werd hij een van de vele dwangarbeiders die onder erbarmelijke toestanden in de oorlogsindustrie moesten werken. In hetzelfde kamp werden ook gruwelijke medische experimenten uitgevoerd op Nederlandse kinderen.
Gedeporteerd
Vlak voor de bevrijding door de geallieerden in het voorjaar van 1945 hebben de nazi’s alle op dat moment nog levende gevangenen uit concentratiekamp Neuengamme weggevoerd. In het zicht van de bevrijding gingen zij een ongewisse toekomst tegemoet. Hun bestemming was het grote Duitse passagiers-stoomschip Cap Arcona dat in de Lübecker Bocht lag aangemeerd. In de week van 18 tot 26 april 1945 werden de concentratiekampgevangenen uit Neuengamme door SS’ers aan boord van dat schip gebracht.
Scheepsramp
Op 3 mei 1945 werden de Cap Arcona gebombardeerd door de Royal Air Force ondanks het feit dat de Engelsen wisten dat er vele gevangenen aan boord waren. De Cap Arcona vloog in brand en zonk, waarbij 90% van de 5000 opvarenden op gruwelijke manier omkwam. De archieven over dit rampzalige ‘vergissingsbombardement’ worden door de Engelse regering niet zonder reden pas in 2045 openbaar gemaakt. Het wordt wel de grootste scheepsramp uit de wereldgeschiedenis genoemd. En zelfs die woorden doen geen recht aan de onbeschrijfelijke tragedie van hetgeen zich daarna nog afspeelde.
Doodgeschoten
Want de concentratiekampgevangenen die van het zinkende schip wisten te ontsnappen werden doodgeschoten vanaf rondvarende schepen die de SS’ers kwamen opvissen. Gevangenen die desondanks het strand wisten te bereiken werden daar door patrouilles van de SS vermoord. Van de duizenden opvarenden overleefden slechts 350 mensen de ramp. Een van de vele doden was Paul van Grimbergen. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een massagraf aan de kust en in 1958 opgegraven en met hulp van de familie geïdentificeerd. Hij is toen herbegraven op het Nationaal Ereveld in Loenen op de Veluwe.
Vernietigd
De Duitse moordmachine voerde een bizarre minutieuze administratie en beheer van de gevangenen en hun eigendommen zoals trouwringen, brillen en portefeuilles. Toen de geallieerden in april 1945 het kamp Neuengamme naderden, hebben de nazi’s vrijwel de gehele kampadministratie en de persoonlijke bezittingen (de zogenaamde ‘Effekten’) van de gevangenen vernietigd. Een slechts zeer klein deel bleef gespaard en kwam na de oorlog terecht in The Arolsen Archives, een Duitse organisatie die zich bezig houdt met onderzoek naar de misdaden van de nazi’s tijdens de Tweede wereldoorlog. Daaronder bevonden zich ook de eigendommen van Paul.
Speurwerk
Maar omdat die spullen door een kampmedewerker abusievelijk onder de naam Van Grombergen (met een o i.p.v. een i) waren geadministreerd, konden zij na de oorlog niet worden geretourneerd naar de nabestaanden. Het was wat je noemt een ‘cold case’. Dankzij speurwerk van o.a. George Sougné uit Wallonië, Jos Pouls uit Meijel en Alfons Bruekers uit Ospel viel het kwartje en werd duidelijk dat het om Van Grimbergen moest gaan. Vrij snel lukte het dan ook om neven en nichten van het oorlogsslachtoffer te tracéren. Velen van hen toonden zich zeer geïnteresseerd om kennis te nemen van het tragische verhaal van hun omgekomen familielid.
Plechtigheid
Op dinsdag 2 mei tijdens een indrukwekkende ceremonie in de MAD-PX School of Arts in Hasselt (in het kader van het herdenkingsproject Stolen Memory) werden de persoonlijke bezittingen van Paul van Grimbergen overhandigd aan majoor Fransjesca van Grimbergen, legeraalmoezenier bij Defensie. Als militair is zij op uitzending geweest naar onder meer Kosovo en Afghanistan en heeft zij gewerkt als aalmoezenier in Curaçao. Zij is nu Rooms-Katholiek geestelijk verzorger aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Namens de familie nam zij de objecten van Paul van Grimbergen, bestaande uit een portefeuille en een aantal persoonlijke documenten, in ontvangst.
Ontroerend
De officiële overdracht was voor het publiek en vooral ook voor de familieleden een aangrijpend en ontroerend moment. Het was de ontknoping van een 78 jaar lang met veel onbeantwoorde vragen en rouwverwerking gehuld familieverhaal. Majoor van Grimbergen hield een indrukwekkend dankwoord waarin zij deelde hoe de familieherinneringen aan haar oom Paul mede bepalend waren geweest voor haar keuze om bij het leger te gaan en om bij te dragen aan een veilige en rechtvaardiger wereld.
Erfgoedgemeenschap
Bij de plechtigheid in Hasselt waren naast majoor Van Grimbergen ook diverse andere neven en nichten van de familie Van Grimbergen uit Nederweert, Someren, Mierlo en andere plaatsen aanwezig. Het gemeentebestuur van Nederweert had laten weten verhinderd te zijn. Wel werd de plechtigheid bijgewoond door een delegatie van de Nederweerter erfgoedgemeenschap, bestaande uit Siem Peters en Alfons Bruekers van de Stichting Geschiedschrijving Nederweert.
Alfons Bruekers